Groente kweken in je eigen tuin

We hebben met z’n allen steeds meer aandacht voor een gezonde voeding en zijn daarom ook geïnteresseerder in de herkomst van het voedsel dat we eten. Om die reden kweken we ons eten steeds vaker zelf. De moestuinen schieten daardoor als paddenstoelen uit de grond. Ook geïnteresseerd in je eigen moestuin? We helpen je hier op weg.

Het Nederlandse klimaat is niet altijd even ideaal voor het kweken van groenten en fruit. Strenge vorst, hagelbuien en stevige rukwinden kunnen een hoop schade aanrichten in je moestuin. Een tuinkas is dan ook geen overbodige luxe. Hiermee hebben extreme weersomstandigheden geen enkele vat meer op je groenten en planten. Ook insecten en andere beesten kunnen geen schade toebrengen. Wel ben je met een tuinkas zelf verantwoordelijk voor het bewateren van je moestuin; regenwater kan er immers niet bij.

Een tuinkas is dus een goede investering om je moestuin te beschermen tegen het weer en de natuur. Maar naast bescherming heeft een tuinkas meer te bieden. Zo verleng je er het kweekseizoen mee. In een tuinkas is het warmer dan in de rest van de tuin, waardoor je eerder kunt beginnen met kweken en er in het najaar ook langer mee door kunt gaan. Zeker in combinatie met verwarming. Je kunt dan ook ’s winters kweken en groenten en fruit verbouwen die niet uit deze streek komen. Een ander voordeel: je kunt flink op de boodschappen besparen als je jezelf het hele jaar voorziet in groenten en fruit.

Kweektips

In tegenstelling tot wat velen denken, is een eigen moestuin eenvoudiger aangelegd dan je denkt.  Heb je nog weinig ervaring met moestuinieren? Maak het je dan gemakkelijk en begin met eenvoudig te telen groenten als sla, courgette, wortel, radijs, spinazie en snijbiet. Deze groenten hebben weinig verzorging nodig, waardoor je oogst altijd slaagt. Iedere groente heeft een ander zaaimoment, dat op de verpakking van de zaadjes vermeld staat. Realiseer je wel dat dit een richtlijn is. Het is dan ook belangrijk om bij dit zaai-advies de weersverwachting in acht te nemen. Wordt het onverwachts een stuk kouder, wacht dan nog even. Bereid daarnaast de grond voor. Hier mag geen vorst of teveel vocht inzitten; de zaadjes ontkiemen dan niet goed. Hark de bovenlaag goed los en egaliseer de grond om er optimaal in te kunnen kweken. Stop de zaadjes niet dieper in de grond dan de lengte van het zaadje als je hem verticaal houdt. Dus: is een zaadje 1 cm lang, stop hem dan 1 cm diep in de grond. Ga je dieper, dan loop je het risico op rotting. Met deze eenvoudige tips geniet je binnen een mum van tijd van je eigen gekweekte groenten.